Wat is het?

Met het syndroom van Sever Schinz spreken we van een ontstoken hielbeen, waarbij de klachten veelal voorkomen bij kinderen van 7 tot 12 jaar, die actief sport bedrijven. Naast (druk)pijn kan er bij de aanhechting van de achillespees een zwelling ontstaan. Het syndroom van Sever Schinz heeft een gunstig ‘spontaan’ verloop. Dat betekent dat de klachten meestal vanzelf verdwijnen als het kind is uitgegroeid. Dat neemt niet weg dat sportende kinderen hier veel last van kunnen hebben en dat een podotherapeut hierbij kan helpen.

Hoe komt het?

Een kinderbot heeft een groeischijf, dat betekent dat het bot vanuit die plek kan groeien in de lengte. Deze schijf is zachter van structuur, maar als het kind ouder wordt, wordt deze schijf net zo hard als het bot. Door belasting (bijvoorbeeld sporten) komen bij kinderen soms onregelmatigheden in die groeischijf voor die de pijn kunnen veroorzaken.

Hoe komen we daar achter?

Een podotherapeut kan met apparatuur en een lichamelijk onderzoek vaststellen of het inderdaad om een ontstoken hielbeen gaat. De pijnklachten, de plaats van de pijn en de leeftijd van de kinderen geven meestal al een indicatie van Sever Schinz. Soms gaan kinderen ook meer op hun tenen lopen om de pijn te verminderen.

Wat kunnen we er aan doen?

Aanpassing van de schoenen zoals een verende steunzool onder de hiel kan helpen de klachten te verminderen. Eventueel kan deze aangevuld worden met een hakverhoging. Ook kan het helpen om de hiel minder te belasten bijvoorbeeld door het sporten aan te passen.